Hoe kunnen we bewijzen dat 2 lijnstukken even lang zijn?
Door aan te tonen dat:
- het ene lijnstuk het beeld is van het andere door een spiegeling, puntspiegeling, draaiing of verschuiving
- de lijnstukken de gelijke benen zijn van een gelijkbenige driehoek
- de lijnstukken zijden zijn van een gelijkzijdige driehoek
- beide lijnstukken de helften zijn van een gegeven lijnstuk
- beide lijnstukken een gemeenschappelijk eindpunt hebben op de middelloodlijn van een derde lijnstuk (de andere eindpunten zijn deze van het derde lijnstuk)
- beide lijnstukken een gemeenschappelijk eindpunt hebben op de bissectrice van een hoek (de andere eindpunten zijn de voetpunten van de loodlijnen op de benen van de hoek)
- de lijnstukken overeenkomstige zijden zijn van 2 congruente driehoeken
- de lijnstukken de opstaande zijden zijn van een gelijkbenig trapezium
- de lijnstukken de overstaande zijden zijn van een parallellogram
- de lijnstukken 2 zijden zijn van een ruit of een vierkant
- de lijnstukken de diagonalen zijn van een rechthoek
- de lijnstukken zijden zijn van een regelmatige veelhoek