Vlak
Vlakke meetkunde doen we in het vlak p (PI).
Dit is een oneindige verzameling van punten.
Het vlak loopt onbegrensd verder dan het blad waarop je tekent, of het computerscherm.
Dit is een oneindige verzameling van punten.
Het vlak loopt onbegrensd verder dan het blad waarop je tekent, of het computerscherm.
Punt
Een punt stellen we voor door een stip.
Voor de naam van punten, gebruiken we hoofdletters.
A, B, C, D en E zijn punten en zijn dus elementen van het vlak:
A∈π, B∈π, C∈π, D∈π, E∈π.
Voor de naam van punten, gebruiken we hoofdletters.
A, B, C, D en E zijn punten en zijn dus elementen van het vlak:
A∈π, B∈π, C∈π, D∈π, E∈π.
Rechten
Twee punten bepalen juist één rechte.
Collineaire punten zijn drie of meer punten die op één rechte liggen.
Een halfrechte is een deel van een rechte begrensd door één grenspunt.
De rechte noemen we de drager van de halfrechte.
Collineaire punten zijn drie of meer punten die op één rechte liggen.
Een halfrechte is een deel van een rechte begrensd door één grenspunt.
De rechte noemen we de drager van de halfrechte.